Koloniale kast

“Als uw koning, en als deel van de regering, maak ik vandaag deze excuses zelf. Ze worden door mij met hart en ziel intens beleefd,” zei koning Willem-Alexander op 1 juli 2023 tijdens de Nationale Herdenking Slavernijverleden.

Het perspectief vanuit de afschaffing van de slavernij.
Slaafgemaakten. Het perspectief van Karwan Fatah-Black

De tentoonstelling

In de tentoonstelling worden vijf perspectieven belicht met een audiofragment. Dia and Amaria Kabba van Studio Kabba gaan met de sprekers in gesprek. Hieronder vind je de langere versie per perspectief.

Voor dit perspectief belden we naar San Francisco om te praten met Aminata Cairo, lector sociale rechtvaardigheid en diversiteit en auteur van onder andere het boek Holding Space. Wat heeft deze archiefkast te maken met de doorwerking van het slavernijverleden en wat merken we daar vandaag de dag nog van? 

Hoe ben jij met deze tentoonstelling in aanraking gekomen? 

Via Bedel [Bedel Bayrak, programmamaker Paleis Het Loo]. Hij is bekend met mijn werk. 

En toen kreeg je foto's van de kast, neem ik aan? Wat dacht je toen je de kast zag?

Ik was niet verbaasd. Je bent niet verbaasd, ook als het gaat om de tijd. Deze dingen bestaan. Wat interessant is voor mij, is het verhaal erachter. Hoe is ermee omgegaan? Het feit dat het museum in eerste instantie de kast heeft weggehaald. Wat zeg je daarmee? Dit is een deel van onze geschiedenis. Als het gaat om hoe we met elkaar leven, wat we begrijpen over hoe onze geschiedenis bijdraagt aan wie we nu zijn, dan moet je juist dat hele verhaal omarmen met alle complexiteit daarin en het juist niet uit de weg gaan. Dus ik dacht: nee, niet wegstoppen. Zet het juist wel neer.

Misschien ook als een soort van manier om het gesprek aan te gaan?

Ja. Het is deel van onze geschiedenis, dus willen we het nu opeens mooier en plezieriger maken omdat het niet gezellig is om ernaar te kijken? Daar doe je ook schade mee, want dan is mijn verhaal niet compleet. Dit is ook een deel van mijn verhaal. Het zegt iets over hoe we in relatie staan tot elkaar. Juist door daarmee geconfronteerd te worden laat je zien: zo stond het in relatie tot elkaar. Zo worden we afgebeeld. Wat zegt dat over hoe men naar ons kijkt en wat zegt dat over hoe we nu met elkaar omgaan? Je hebt het hele plaatje nodig. 

Aan de ene kant hoor ik je zeggen: het verbaast me helemaal niet als ik zo’n kast zie uit die tijd. Aan de andere kant is het ook een confronterend beeld dat je moet aangaan om je verleden te leren kennen. Het is niet verbazend, maar wel confronterend of pijnlijk.

Het pijnlijke is dat we het nu nog steeds doen. Dat is pijnlijker dan dat we het jaren geleden deden. Dat we nog steeds niet geleerd hebben. Dat we nog steeds op een bepaalde manier kijken naar mensen van kleur. Dat we ze nog steeds wegzetten. Nu. Dat is veel pijnlijker voor mij dan de naïeve kijk uit het verleden. We zijn nog steeds niet gelijkwaardig. In 2017 ben ik lector geworden. Ik was de enige zwarte lector in heel Nederland. Ik ben gestopt in 2020 en ben in 2022 weer begonnen. Ik was nog steeds de enige in heel Nederland. Wat zegt dat als het gaat om leidinggevende posities? Ik wil echt niet zeggen dat er niet genoeg mensen zijn met een capaciteit, maar er zit dus echt iets in het systeem als het gaat om wie waardig is, wie minderwaardig is, wie de kansen krijgt. Dat leeft nog steeds. 

Hoe kunnen we dit zo tentoonstellen dat het ook waarde heeft voor het nu? 

Als we terugkijken en we eerlijk zijn, dan wil je niet alleen terugkijken naar de leuke en goede dingen. Onze verhalen zijn complex. Zolang we alleen naar de goede dingen blijven kijken en de pijnlijke dingen verzwijgen, kom je niet vooruit. Dan hoef je nooit die confrontatie aan te gaan. Dan hoef je nooit stil te staan bij: hoe dan? Waarom was dat acceptabel? Hoe heeft dit bijgedragen tot het feit dat bepaalde dingen nu nog steeds acceptabel zijn? Misschien dat zoiets je wakker schud. Dat je denkt: eigenlijk moet dit niet kunnen en eigenlijk wil ik me inzetten, zodat het nu ook niet meer gebeurt. Hopelijk inspireert het tot een gesprek of op zijn minst bewustwording. Hoe leeft dit in mij voort?

Voor wie denk je dat dat gesprek het belangrijkst is?

Ik denk dat het gesprek voor iedereen belangrijk is. Omdat we onderschatten hoeveel dit onderdeel is van de normale omgang. Dat het normaal is dat sommige lichamen als minder worden gezien. Met zo’n kast is het heel duidelijk. Dan heeft het te maken met een koning. Maar, het heeft niet alleen te maken met een koning. Het heeft ook te maken met je buurvrouw, met als ik naar de supermarkt ga. Het zijn juist die kleine dagelijkse dingen waar racisme of ongelijkwaardigheid nog steeds leeft en normaal is geworden. Het is niet alleen een intellectuele uitwisseling. Wat doet het met je? Wat doet het met ons? Als je hiernaar kijkt, als we deze gesprekken voeren, wat doet het met je? Op het moment dat het ongezellig wordt, blijf je dan nog aanwezig? Of trek je terug? Hou je je mond? Loop je weg? Dat moeten we aanpakken. 

Wat voel jij als je naar de kast kijkt? Luister voor meer perspectieven ook de andere verhalen. Dit is een Studio Kabba productie in opdracht van Paleis Het Loo. 

Voor dit perspectief zitten we in de studio met Nancy Jouwe, cultuurhistoricus, auteur en onderzoeker met een focus op het postkoloniale verleden en intersectionaliteit. Wat voor verzet, oftewel abolitionisme, was er tegen de slavernij? Hoe verschilde dat in Europa en in de kolonie zelf? 

We zijn bezig met verschillende perspectieven verzamelen op de kast en die kast die wordt gedragen door tot slaaf gemaakte mensen in ketens. Wat ik bijzonder vind, is dat het boegbeeld van de abolitionistische beweging in het Westen heel lang hetzelfde beeld is geweest van die knielende, geketende man. Dus, wat heeft het abolitionisme te maken met die kast? 

Op alle plekken waar slavernij plaatsvond op basis van Europese kolonisten is verzet gepleegd. Op elk moment van het leven van de tot slaaf gemaakte: op het moment dat ze gevangen genomen werden, op het moment dat ze op hun schip werden gezet, op het moment dat ze in een plantage zich vaak moesten dood werken, in huishoudens, in mijnen, op scheepswerven. Overal kwam verzet voor. Dus dat nieuws bereikte Europeanen. Dat is een informatiebron, maar ook een inspiratiebron voor abolitionisten geweest om zich publiekelijk uit te spreken tegen slavernij en om te zeggen: dit is een onmenselijk systeem. Maar, in Europa waren geen plantages. Het was een ver-van-mijn-bedshow voor heel veel mensen. Dus, er moesten beelden gebruikt worden om Europeanen te laten zien: zo werkt het. Kijk maar, hier wordt een man opgehangen aan zijn ribben. Hier wordt een vrouw met zweepslagen gestraft. Hier zie je iemands hand afgehakt worden. Aan de ene kant is het die gruwelen laten zien, maar aan de andere kant is ook überhaupt zwarte mensen laten zien. In de kast zien we natuurlijk twee Afrikaanse mannen. Het zien van een zwart persoon riep ook allerlei connotaties, allerlei vormen van informatie, op bij mensen. Daar bouwden de abolitionisten op voort. Maar, het was ook heel belangrijk dat ze publiek spraken op allerlei plekken. Ik woon zelf in Utrecht en heb onderzoek gedaan naar de slavernijgeschiedenis in Utrecht. Wat blijkt? Utrecht blijkt een stad te zijn geweest waar het abolitionisme heel sterk vertegenwoordigd was in de jaren 1840. Wetenschappers, als ook predikanten, het waren meestal witte mannen die zich actief organiseerden, geld inzamelen, maar ook strategieën bedachten over: wat gaan we doen rondom dit thema? Wat ook interessant is, is dat vrouwen een duidelijke rol speelden hierin. Je zou kunnen zeggen dat de eerste politieke petitie ooit in Nederland gebracht was door een groep van Rotterdamse vrouwen die een petitie schreven waarin ze een pleidooi hielden voor de afschaffing van de slavernij. Dat werd naar de vader van Willem III gestuurd. Die schrok daar enorm van. Dames, wat doen jullie nu? Houd je verder rustig. Je merkt dus dat het broeide in bepaalde delen van de samenleving, maar dat de staat er nog niet helemaal klaar voor was. 

Vanaf de 16e eeuw worden er al vragen gesteld bij slavernij. Uiteindelijk is er dus een groep vrouwen uit Rotterdam die de eerste petitie stuurt naar de overheid?

Naar de koning, dus de vader van Willem III, dus van wie de kast is in Paleis Het Loo.

Dus, die krijgt de petitie, maar dan is de overheid er eigenlijk nog niet klaar voor. Zijn zoon Willem III zet uiteindelijk zijn handtekening om de slavernij af te schaffen in Nederland. Wat heeft Willem III dan te maken met het abolitionisme? 

Dat is een hele goede vraag. Ik ben niet zozeer een Willem III kenner, maar ik zou het zelf zo begrijpen: hij is koning op een moment dat in de Nederlandse maatschappij en in de Europese samenleving in de bredere zin al heel lang wordt gepraat over abolitionisme en Nederland loopt achter. In Frankrijk en Engeland is slavernij al veel eerder afgeschaft. Dus het wordt tijd. De discussie blijft maar duren in politiek Den Haag. Dat heeft ook te maken met het feit dat mensen ook willen weten: als slavernij afgeschaft wordt, dan verlies ik mijn bezit. Wordt ik daarvoor gecompenseerd? Er moest dus ook nagedacht worden over compensatie van het verlies van tot slaaf gemaakten. Als we het over reparations hebben. Ja, er waren al reparations in de 19e eeuw. Er waren reparations voor slavenhouders. Vóór we het überhaupt afschaffen, zie je dat op allerlei manieren men zeker moest weten dat er compensatie was. Dat is een remmende factor, zou je kunnen zeggen. Dat zijn allemaal aspecten waar Koning Willem III mee van doen heeft. Hij ziet dat zijn collega's in andere landen al hebben afgeschaft, dus hij moet op een gegeven moment wel. Het is tijd. Het moment was daar. Er moest een beweging komen. 

Als we het hebben over die afschaffing van de slavernij, dan wordt het inderdaad gedankt aan abolitionisten. Dat is een erg westerse lobby, maar verzet vanuit tot slaaf gemaakten is er altijd geweest. Het verzet dat er op de boten al was. 

Er zijn allerlei vormen van verzet geweest. Natuurlijk werd er verzet gepleegd dat al na een aantal uren de kop in gedrukt werd, maar als je bijvoorbeeld kijkt naar de opstand in Berbice, is dat een verzet dat super onbekend is. Juist ook in Nederland. Berbice ligt in het huidige Guyana ten westen van Suriname. In 1763 heeft daar meer dan een jaar een slavenopstand gewoed. Het was heel bijzonder dat ze dat een jaar lang hebben volgehouden. Dat is ongelofelijk knap. Je zou kunnen zeggen dat dat de eerste slavenopstand is in de Amerika's waar de hele kolonie bij betrokken was. Meestal denken we dan aan de Verenigde Staten of Haïti, maar dit was al in 1763. In die periode was Berbice in Nederlandse handen.

Wat mogen we niet vergeten? Luister voor meer perspectieven ook de andere verhalen. Dit is een Studio Kabba productie in opdracht van Paleis Het Loo.

Voor dit perspectief gaan we in gesprek met kunsthistoricus Elmer Kolfin. Wat is het eigenlijk voor kast? Is dit een stukje vakmanschap? En wat zegt deze kast over deze tijd? Wat zie je? 

Een grote buffetkast. Neorenaissance stijl, dus dat betekent dat ze een stijl uit de 16e eeuw hebben nagedaan in de 19e eeuw. De kast wordt gedragen door twee zwarte mannen die geketend zijn. Ik denk dat dat het meest opvallende is. En daarboven het bovenstuk. Dat is gedecoreerd met een aantal putti. Dat zijn een aantal kleine blote kindertjes. Peuters: putti is Italiaans voor peuters. Die lijken rond te dansen en maskers vast te houden tussen allerlei fruit. Dat is heel gebruikelijk voor Renaissance kunst. Het staat voor het groteske en is een fantasierijke voorstelling. Dat moet daarboven voorstellen. Daaronder hangt een bloemslinger waarop dan weer twee van die putti zitten, die net als de twee zwarte mannen eigenlijk heel gehurkt en in elkaar gedoken onder die kast zitten. Dat echoot een groot verschil tussen de zwarte mannen en de kleine blote kindertjes, want die hebben helemaal geen ketenen en de zwarte mannen wel.

Is er verder nog iets dat je in het bijzonder opvalt?

Ja, die mannen. Dat is wel heel eigenaardig. Het heeft wel een traditie. Het heeft een lange geschiedenis. De kunstenaar, die we niet kennen, die deze kast heeft gemaakt, heeft dit niet zelf bedacht. Maar, wat wel aardig is aan deze specifieke mannen is hun ogen. Die lijken wit ingelegd en zwart, waardoor ze meer spreken. Met name de man aan de linkerkant met die V-vormige, naar binnen gekeerde wenkbrauwen. Dat geeft iemand een bozige blik. Ook de naar beneden getrokken mondhoeken. Dat geeft iemand een persoonlijke uitdrukking. Terwijl het natuurlijk geen portret van iemand is. Het interessante eraan is eigenlijk dat het wel duidelijk maakt dat de kunstenaar besefte dat dit niet een plezierige houding voor zo'n persoon was. Dus aan de ene kant wist die wel degelijk wat die weergaf. Dat is een interessant contrast wat ik eigenlijk nooit eerder had gezien. 

In deze kast of in het algemeen? 

In deze kast had ik dat zeker niet gezien en in het algemeen ken ik het eigenlijk ook niet.

Dat je iemand ziet die er ook echt ongemakkelijk uitziet?

Ja, dat er twee mensen zijn die allebei hun geheel eigen uitdrukking hebben. 

Misschien zijn ze daardoor iets menselijker. 

Ja, dat zou ik zeker wel zo zeggen. Absoluut.  

Overduidelijk gaat het met deze geketende mannen over slavernij, maar kan het ook ergens anders over gaan? 

Nee, ik denk het niet. Dit is een eenduidige verwijzing naar slavernij. Al moeten we er wel op bedacht zijn dat het misschien niet de slavernij is waar wij in eerste instantie aan denken. Als wij in de 21e eeuw aan slavernij denken, dan denken we vaak aan zwarte slavernij in West-Indië. Dus voor Nederland dan Suriname en het Caribisch gebied misschien. Terwijl deze kast geïnspireerd is op Italiaanse Renaissance voorbeelden. In die wereld was de Mediterrane omgeving veel belangrijker en daar waren ook allerlei vormen van slavernij. Het kan heel goed dat de kunstenaar die dit maakte veel meer daaraan dacht dan aan zwarte koloniale slavernij zoals wij die kennen. Dan de vraag natuurlijk: wat is het referentiekader, de gedachtewereld van iemand als Willem III?

Hij heeft deze kast aangeschaft 10 jaar nadat hij de slavernij afschafte. Het is echt heel kort daarop. 

Ja. De vraag is toch of hij de band legde met Suriname en de Antillen en het afschaffen van de slavernij. Je hoopt het wel natuurlijk, dat hij dat deed. Maar ja, wat doe je dan met zo’n kast die juist bevestigt wat hij net heeft afgeschaft? Ik ben geneigd te geloven dat hij meer de artistieke traditie ervan zag dan de actualiteit van het moment.  

Dus je zegt eigenlijk: voor ons in 2024 is het heel moeilijk om de maatschappelijke context te scheiden van de kunst van zo’n meubelstuk. Vroeger kon dat waarschijnlijk een stuk makkelijker. Wij denken nu: hoe kan hij deze kast nou kopen nadat hij de slavernij afschaft? Maar, dat zijn eigenlijk twee totaal verschillende werelden.

Ik denk dat dat voor hem twee verschillende werelden waren. De ene heel gestileerd, de wereld van de kunst, en de ander de wereld van zweet en bloed. Die hebben niks met elkaar te maken. 

Is dit nu hoge kunst of was dit alledaags destijds? 

Nee, dit was zeker niet alledaags. In zijn soort denk ik dat dit echt een goed ding is. Als kunstnijverheid zou ik dit zeker tot de hogere kunst rekenen. Mooie materialen, veel aandacht voor de afwerking, veel aandacht voor detail. Ik noemde net al die verschillende gelaatsuitdrukkingen en houding van die mannen. Dat geeft bijvoorbeeld aan dat de maker geen mal had, maar twee keer moest bedenken: hoe zit zo'n man die gebukt gaat of die zo’n kast draagt? En hoe kijkt hij dan? En hoe voelt hij zich? Dat moest je bedenken. 

En, kan jij die twee werelden goed van elkaar splitsen? De wereld van: dit is hoge kunst, maar maatschappelijk gezien is het een beetje ingewikkeld?

Ja, aan de ene kant vind ik dit een mooi exemplarisch kast voor wat hij wil zijn. Maar, die zwarte mannen geven het een hele nare, vervelende connotatie die voor mij domineert. Het blijft hoge kunst, maar ik vind het niet fijn om naar te kijken. Ik ben natuurlijk ook wel beroepsmatig kunsthistoricus, dus voor mij is de scheiding: zou je iets persoonlijk in je huis willen hebben of vind je het historisch of kunsthistorisch interessant? Dat is een scheiding die voor mij van belang is. Ik vind het belangrijk om over dit soort dingen te praten. Ik vind het ook heel belangrijk dat je dit soort dingen laat zien. Maar ik zou hem zeker niet zelf in huis willen hebben. 

 Maar je vindt wel dat dat die geëxposeerd moet worden?

Absoluut. Met de juiste context. Je kunt hem mooi vinden, deels mooi vinden. Je kunt hem afschuwelijk vinden, helemaal afschuwelijk vinden. Je kunt hem pijnlijk vinden en soms gaat dat ook nog samen. Je kunt het bovenstuk heel mooi vinden en het onderstuk heel pijnlijk vinden. Het is toch dezelfde kast. Mensen zijn ingewikkeld, dus soms kunnen dit soort tegenovergestelde gevoelens of gedachten toch tegelijk bestaan in een persoon. En als daar ruimte voor wordt gemaakt, vind ik dat heel mooi, omdat ik denk dat je in die ruimte ook met elkaar in gesprek kan. 

Wat zie jij in de kast? Luister voor meer perspectieven ook de andere verhalen. Dit is een Studio Kabba productie in opdracht van Paleis Het Loo.  

Voor dit perspectief spreken we Karwan Fatah-Black. Hij is historicus en expert op het gebied van het Atlantische slavernijverleden. Welke perspectieven missen we als we naar deze kast kijken? 

Het element van de geketende of onderdanige Afrikaan is deel van de Europese kunstgeschiedenis in heel veel verschillende fases en de betekenis verandert enigszins door de tijd heen. Daardoor krijgt het in verschillende tijden en plaatsen weer een plek. Maar de vraag is: op welk moment wordt deze buffetkast aangeschaft? Hoe kijkt men er dan naar? De rode draad tussen al die verschillende betekenissen is volgens mij dat het altijd gaat over superioriteit en onderdanigheid, over beschaving en bevrijding, over het leiden naar het christendom, of het geven van goed gezag tegenover mensen die dat niet zelf voor elkaar kunnen krijgen. Dat is ook de manier waarop iemand naar zo'n kast kijkt. Het is een herhaling van het cliché van Afrikanen die geketend zijn en die onderdanig zijn. Die geholpen moeten worden door ze in slavernij bijeen te houden of die geholpen moeten worden door ze uit de slavernij te bevrijden. Maar het is altijd die hiërarchische relatie. 

Klinkt heel erg als white savior complex. Dat is een soort houding waarbij een witte persoon zichzelf als redder opstelt tegenover mensen van kleur en daarmee voorbijgaat aan de ervaringen en capaciteiten van die mensen zelf.

Absoluut. Ook in de periode van de slavernij ziet men vanuit Europa slavernij als een soort goede daad. We redden mensen van die vreselijke oorlogen in Afrika. We brengen ze dichterbij het christendom. Zonder ons zou het allemaal misgaan. Gelukkig zijn ze bij ons in slavernij, dan kunnen we ze naar de vrijheid brengen. Dat is het verhaal in die periode en dat verandert op het moment van de afschaffing. Dan is het: wij zijn degenen die de afschaffing brengen. Dat is een enorm verhullend verhaal. 

Wat ik ook interessant vind, is dat je het hebt over propaganda. Het zijn eigenlijk allemaal narratieven om de slechtheid ervan te verhullen en in elk narratief is de Afrikaanse mens een soort passief karakter.

Ja, zeker. Er zijn discussies geweest over wat nu eerst kwam. Kwam nu eerst slavernij en dat men toen racistische ideeën daarover ging goed praten? Of had men eerst die ideeën over raciale hiërarchie en ging men daarom aan slavernij doen? Volgens mij is het antwoord dat het een mix van beide is, maar dat die geracialiseerde ideeën over de wereld en Europa veranderen door de slavernij. Maar, dat er ook wel degelijk iets aan vooraf ging. Namelijk, waarom ga je al die moeite doen om mensen uit Afrika tot slaaf te maken en naar de Amerika’s te brengen? Dat had je ook gewoon met Europeanen kunnen doen. Het was minder omslachtig geweest, maar dat paste niet in het wereldbeeld. 

Ik vraag me af of er een soort coping mechanisme waren om te kunnen omgaan met die impact.

Voor mensen die het ondergingen? Er is onderzoek gedaan naar mensen die in slavernij terecht zijn gekomen. Wie zijn het? Er zijn een aantal mensen die het overleven en erover hebben verteld en het hebben opgeschreven. Je ziet dat een heel groot deel van de mensen die tot slavernij werden gebracht in deze periode, maar vooral in de 18e eeuw, kinderen waren. Wat je dus ziet, is dat deze kinderen als ze volwassen zijn helemaal niks kunnen of willen vertellen over de periode die daaraan vooraf ging. Dit is een fenomeen dat nog steeds in moderne slavernij ook zo is. Mensen willen eigenlijk niet praten over wat ze hebben meegemaakt. Heel duidelijk een extreme vorm van trauma. Die er dus ook voor zorgt dat men er zelf niet over praat. Dat betekent dat er heel weinig is om je op te baseren, om duidelijk te maken: dit is wat er gebeurd is. Omdat mensen dat moeilijk vinden. Er is ook een heel duidelijk probleem met taal. Er is een voorbeeld van een Nederlands kind, die vertelt over zijn jeugd en zijn kindertijd. Hij is waarschijnlijk op zijn zevende of achtste tot slaaf gemaakt. Hij vertelt alles in het Nederlands, maar hij kan dus eigenlijk niets zeggen over de tijd dat hij nog bij zijn ouders was, of bij de oorspronkelijke samenleving waar hij uitkwam. Hij heeft niet de woorden om dat te doen. Hij vertelt wel van alles over de rest van zijn leven, maar die vroege periode is eigenlijk heel moeilijk om iets over te weten te komen. Dat gaat over extreem geweld van tot slaaf maken en over de Trans-Atlantische overtocht. Er is onderzoek gedaan, onder andere op Curaçao, waarin je aan botten van mensen in graven heel goed ziet waar ze zijn opgegroeid. Felicia Fricke heeft onderzoek gedaan op Curaçao naar een skelet van iemand. Dan zie je eerst een periode in Afrika, dan extreem trauma, onderbreking van groei, etcetera, en dan een periode van zwaar werk op het eiland. Het cliché over wat de slavernij was, klopt gewoon. Dat heeft een enorme impact gehad.

Als er in dit hele onderzoek een persoon of verhaal is dat je is bijgebleven, wat zou je dan noemen?

Het zijn geen leuke verhalen.

Nee, maar ik denk wel dat het belangrijk is om te noemen.

Dat was tijdens het onderzoek dat ik deed voor De Nederlandse Bank naar het slavernijverleden van De Nederlandse Bank. Toen las ik toevallig het artikel van een collega van me. Die had een aantal rechtszaken gevonden van een vrouw, Rebecca. Rebecca heeft een aantal rechtszaken gevoerd waarin ze probeert om haar vrijheid te krijgen. Om te bewijzen dat ze eigenlijk vrij had moeten zijn, en daarmee ook haar kinderen. Ze heeft een aantal kinderen gekregen terwijl ze in slavernij was op een plantage. Als ze onterecht in slavernij was, dan zouden die kinderen dus ook vrij geboren zijn. Maar het verhaal van Rebecca was fascinerend, omdat ze vertelt over waarom ze vindt dat ze vrij had moeten zijn. Ze voert die rechtszaken voor een Britse Hof van een Britse kolonie. Dat was eerst een Nederlandse kolonie. Ze komt aan in die kolonie in de Nederlandse tijd. Ze komt aan boord van een Nederlands schip onder kapitein Verschuur. Ze is  op dat moment tussen de 12 en 14 jaar oud. Ze is de vrouw van de kapitein. Zo noemt ze dat zelf. Ze was in slavernij en de kapitein verkrachtte haar tijdens de reis. Ze is bij hem, maar hij belooft haar dat als ze een kind van hem heeft, dat ze dan vrij wordt. En dat gebeurt ook, dus ze krijgt een kind van hem. Maar hij laat haar niet vrij. Ze komt op een plantage terecht en ze wordt daar bij die familie bode op die plantage vastgehouden. Ze gaat dus op een gegeven moment proberen om vrij te worden en die rechtszaken te voeren. Drie keer. In die rechtszaak vertelt zij ook steeds dit verhaal. Er zijn ook andere mensen aan boord van dat schip die getuige daarvan zijn geweest en die dus ook hetzelfde verhaal bevestigen. Nou, op zoveel manieren is het verhaal van Rebecca tekenend voor de praktijk van de slavernij: de misleiding, het geweld, maar ook de volhardendheid om te proberen om vrij te worden. Die familie kan eigenlijk helemaal niet aantonen dat Rebecca hun eigendom is, omdat ze geen aankoop papieren hebben. Kapitein Verschuur heeft haar gewoon daar achtergelaten en de familie doet alsof ze eigenaar zijn, alsof ze haar gekocht hebben. Ze kunnen dat helemaal niet bewijzen. Maar, het gerechtshof zei: ze staat in de administratie, dus het is oké dat jullie geen aankoopbewijs hebben.

Hoe kunnen we onze geschiedenis meerstemmiger maken? Luister voor meer perspectieven ook de andere verhalen. Dit is een Studio Kabba productie in opdracht van Paleis Het Loo. 

 Voor dit perspectief zitten we aan tafel bij Dik van der Meulen. Schrijver, historicus en biograaf. Zijn biografie over Koning Willem III werd in 2014 bekroond met de Libris geschiedenisprijs. Want wie was Koning Willem III eigenlijk? De grote bevrijder of Koning Gorilla? We willen graag beginnen met een tekst die we hebben gevonden. Wil jij hem voorlezen?

Schenk koning Willem grote roem. Breng hem dank. Laat hem de lofliederen zingen hem ter ere. Hij heeft een grote weldaad bedaan. Hij heeft alle zwarte mensen vrijgemaakt. Hij heeft ons van de schande ontdaan. Het is deze Koning Willem III. Oh God, zegen hem. 

Ja, die tekst ken ik natuurlijk. En hij bestaat volgens mij ook in het Sanatongo. Gemaakt omdat men echt het idee had dat Koning Willem III persoonlijk de slavernij in de westerlijke koloniën afschafte. De vraag is natuurlijk in hoeverre hij zich daar ook werkelijk mee verbonden voelde. Ja, hij moest gewoon een handtekening zetten, dus je weet het nooit, maar mijn idee is dat Willem III deze handtekening van harte heeft gezet. Daar zijn een paar aanwijzingen voor. Hij kreeg een dankbetuiging van een Engelse organisatie die zich voor de afschaffing van de slavernij inzette. En hij dicteerde vervolgens aan zijn secretaris weer een dankbetuiging voor die dankbetuiging, met de mededeling dat hij het echt geweldige zaak vond waar die mensen zich voor inzetten. Heel nadrukkelijk deed hij dat. En ja, ik denk dat ook door die vriendschap met die mensen voor zijn doen enigszins afwijkende standpunten innam. 

Wat was het dan voor persoon? Je zei al dat hij reactionair was?

Willem III werd koning in 1849. Zijn opa Koning Willem I was een absolute heersende koning. Toen Willem III opgroeide, dacht hij: ik word later ook zo’n koning. Veel macht, groot land. België werd onafhankelijk en onder het bewind van zijn vader werd de monarchie eigenlijk heel erg uitgehold. Je zou kunnen zeggen, een soort lintenknipper of zo. Dat vond hij verschrikkelijk, want hij wilde gewoon de macht hebben. En al zijn denkbeelden. Hij was vrouwonvriendelijk, alles dat op verandering wees, dat wees hij af. Uitbreiding van het kiesrecht was hij tegen. Vrouwenkiesrecht moest hij niets van hebben. Hij hield niet van verandering. Bij zo'n man verwacht je eigenlijk dat hij dus ook niet van verandering hield als het om slavernij ging. Even zo vrolijk, daar was hij dan opeens wel tegen. Dat wilde hij dus anders zien.  

Want in principe was kolonialisme eigenlijk heel gunstig voor Nederland en de economie en het koningshuis, maar wat had hij dan te winnen bij het afschaffen van de slavernij? 

Daar had hij niet veel bij te winnen, behalve misschien een zekere populariteit. Het was een onmogelijke man. Hij werd omringd door intelligente mensen en ik denk dat er ook een vorm van berekendheid in gezeten kan hebben, dat mensen tegen hem hebben gezegd: je moet er maar eens voor zijn, want slavernij werd gewoon in het land impopulair. De slavernij was internationaal op zijn retour, dus mensen zeiden tegen de koning: als ik u was, zou ik dit maar eens een beetje gaan steunen, die anti-slavernij beweging, want dat leeft onder de bevolking. Dus, een vorm van pragmatisme zou ook wel een rol kunnen spelen. Maar, bij zo’n onmogelijke man als Willem III is het heel verleidelijk om alles te veroordelen en misschien dacht hij nu echt eens een keer het goede. Dat is natuurlijk niet uitgesloten. 

Zijn reputatie in Nederland was niet zo goed als in de koloniën. Hij had hier ook wel een paar bijnamen, zoals Koning Gorilla. Wat weet jij over die tijd, over hoe de mensen hier in Nederland over hem dachten? 

Men dacht niet gunstig over hem en de macht van de koning verdween in die periode. Willem III kon zich niet aanpassen daaraan. Dat merkte men wel. Hij gedroeg zich ook publiekelijk heel erg onaangenaam. Er zijn heel veel mensen geschoffeerd geraakt door hem. Wat daarbij een niet onbelangrijke rol speelde: zijn eerste huwelijk met Koningin Sophie. Het was een vreselijk slecht huwelijk en dat was slecht voor de monarchie, omdat het koninklijk gezin wordt gezien als rolmodel van een gezin met man, vrouw, kinderen. Dat moest allemaal harmonieus en goed zijn. Dat was het helemaal niet en dat was bekend. Dat was ook zichtbaar, omdat Willem III bijna nooit met zijn vrouw in de publiciteit kwam. Dat kwam natuurlijk niet in de kranten. De kranten waren heel erg gezagsgetrouw in die tijd, behalve een paar marginale anarchistische blaadjes. Het kwam wel in de buitenlandse pers. Maar het drong wel door tot de Nederlandse bevolking, want er werd over gepraat. 

Ja, we hebben inderdaad nog een tekst gevonden uit misschien wel zo’n anarchistisch blaadje wat je net noemde. Het socialistische tijdschrift Recht voor alle. Nou, daar komt het ‘ie.

Er was eens een Koning Gorilla genaamd, een prachtexemplaar van een koning. Hij was om zijn zuipen en vloeken befaamd. Hij had zich nog nooit om zijn ondeugd geschaamd en vreesde voor straf noch onttroning. Dat monster verkoos zich een Duitse prinses, beroemd door talenten en gaven. Als ega, maar sloeg haar met de fles, dan zich aan haar deugden te laven. Terwijl hij zijn huwelijkse plichten vergat, zocht hij in bordelen verstrooiing. Oh, wat een pracht van een koning was dat. Oh, wat een pracht van een koning.

Het klopt eigenlijk grotendeels wel. Iemand die deed alles dat verboden was toen.  En nu deden wel meer mensen dat, maar je moest er niet mee te koop lopen. Van zo’n man verwacht ik dus eigenlijk niet dat hij opeens iets doet, waarvan je denkt: daar heeft hij nou eens een keer gelijk. Het afschaffen van de slavernij? Dat verwacht je niet van zo iemand. Tien jaar later koopt hij een kist. Een kist die getost wordt door toch overduidelijk onmiskenbaar twee houten staven, met ketenen omheen. Dus ja, er is geen twijfel mogelijk over wat die kist voorstelt. Zelf, als biograaf van Willem III, zat ik daar ook wel een klein beetje mee te worstelen. Hoe kan ik dit nou weer rijmen met die man die toch echt wel tegen de slavernij was? Wat mij betreft. Dat kan ik dus niet. Ik weet het niet. 

Bestaat er zoiets als één historische waarheid? Luister voor meer perspectieven ook de andere verhalen. Dit is een Studio Kabba productie in opdracht van Paleis Het Loo. 

Een zoektocht naar woorden

De kennis over slavernij en kolonialisme is nog niet compleet. De maatschappij verandert, maar taalgebruik met een koloniale referentie is pijnlijk en roept weerstand op.

Voor deze tentoonstelling is onderzoek gedaan naar taal die recht doet aan het koloniale verleden. Welke woorden gebruiken nazaten van slaafgemaakten? Hoe publiceren wetenschappers erover? Dit ligt niet vast.

Taal raakt iedereen. En kan – onbewust en onbedoeld – mensen uitsluiten. Een nieuwe tijd vraagt om nieuwe woorden. De ‘nieuwe’ taal betekent dat we proberen niemand uit te sluiten en geen termen te herhalen die de machtsrelaties bevestigen. Zo gebruiken we ‘slaafgemaakten' (nadruk op handelwijze) in plaats van ‘slaaf’ (nadruk op eigendom).